woensdag 25 mei 2005

Cursus Natuurgids

Daarnet heb ik me, via overschrijving, ingeschreven voor de cursus Natuurgids, die dit najaar start bij Natuurpunt Antwerpen Noord in Ekeren. Het zijn in totaal iets van een 26 of 30 lessen, voor de helft theorie op woensdagavond in het natuur.huis in Ekeren, voor de andere helft op zaterdagvoormiddag praktijk in het veld. Dezelfde uren en weekdagen als bij de cursus Natuur-in-Zicht, maar niet zo kort achter mekaar.

zaterdag 21 mei 2005

Natuur-in-Zicht: Bospolder (extra excursie)

Omdat we tijdens de vorige excursie naar de Bospolder nogal veel tijd hadden doorgebracht aan de Ekerse plassen en omdat een aantal cursisten toch wel meer uitleg wilden over de Bospolder, heeft Annie een datum voorgesteld voor een extra excursie naar de Bospolder (en dit keer enkel en alleen de Bospolder). Dat was dus vandaag. We waren met een tiental mensen, met Annie als gids.

Eerst gingen we een kijkje nemen bij de ingang van het Ekers Moeras. Dit is een afgesloten gebied, dat meestal samen wordt genoemd met de Bospolder (het ligt er ook vlak tegen, met enkel een fietspad ertussen). De Bospolder zijn we binnengegaan langs hetzelfde weggetje waar we vorige keer ook zijn binnengekomen (en waar we toen die Rauwe vliegen zo massaal hebben gezien). Dit weggetje voert ons langs het Kleine Wiel en het Grote Wiel. Aan het Kleine Wiel zitten wel een aantal libellen en juffers. In het midden zit nog een blauw-achtige libel op het riet. Even opzoeken in de libellengids maakt duidelijk dat dit ofwel een Platbuik ofwel een Gewone oeverlibel is, maar ik neig eerder naar de Platbuik. Aan het Grote Wiel is het veel drukker in de lucht. Veel meer libellen die rondvliegen en af en toe gaan zitten. Hier blijven we even kijken en ik haal opnieuw het fotogerief boven. De groep besluit verder te gaan, maar ik blijf nog even en zeg dat ik de groep wel achternakom (voor mij is de Bospolder geen onbekend terrein).

Dat halfuurtje langer aan het Grote Wiel levert een paar mooie momenten (en beelden) op. Hier vliegen Platbuiken en Viervlekken, van beide soorten zowel mannetjes als vrouwtjes, die op het eerste zicht moeilijk uit mekaar te houden zijn, maar eens je de verschillen opzoekt in de libellengids, valt het wel redelijk mee. Het mannetje Platbuik is blauw en niet moeilijk te herkennen. Het vrouwtje Platbuik is bruin met gele streepjes. De Viervlekken onderscheiden zich van de Platbuik door de vlekken in hun vleugels (vandaar ook de naam). Mannetje en vrouwtje zijn echter moeilijker te onderscheiden: bij het vrouwtje lopen de gele streepjes langs het achterlijf (dat bruin is, maar overgaat in zwart) verder door dan bij het mannetje. Terwijl ik rustig blijf wachten, komen de diertjes voor de lens poseren. Met mijn "nieuwe" flits op de camera, neem ik ook enkele foto's van een vliegende libel.

Het geluid dat hier overheerst is niet dat van de haven of de snelweg (de Bospolder ligt ingesloten door de A12-autosnelweg aan de ene kant, en de Antwerpse Haven aan de andere kant), maar wel van de groene kikker. Die wil ik ook nog fotograferen, maar het is wel even wachten op het moment dat hij zijn wangzakken vol lucht blaast... Hij zat wel redelijk ver in het water, dus hij staat er niet beeldvullend op.

Na een dik halfuurtje is het tijd om de groep te vervoegen. Ze hebben de doorsteek naar "de boot" genomen. Dit is een constructie in de vorm van een boot, die dienst doet als kijkwand voor de vogels in het Ekers Moeras. Net voor de groep aan de boot komt, sluit ik terug aan. Er is nog even discussie over een vlinder die ze gezien hebben (rood met zwart, is dat nu een Sint-Jansvlinder of een Sint-Jakobsvlinder?). We gaan verder langs de aarden wal naar de andere kijkhut. Als je hier aan de voet van de wal iemand zou "droppen", zou hij niet beseffen dat aan de andere kant van de wal de containers zeven hoog gestapeld zijn. Onderweg komen we nog een dode muis tegen waarin een insect zich tegoed doet aan de overblijfselen. Het lijkt wel een penseelkever, maar het is een doodgraver (en de naam zegt al waarom het in die dooie muis zat...)

Vanuit de hut zien we nog wat watervogels op de plas, maar einde mei is niet meer het seizoen om veel vogels te zien. De winter is een interessante periode in de Bospolder omdat er dan veel wintergasten aanwezig zijn. En als ze hier niet zitten, moet je maar eens gaan kijken aan de Ekerse putten.

We wandelen verder tot bijna helemaal aan de Noorderlaan, waar we de containerschepen gevaarlijk groot dichtbij kunnen zien en langs de andere vogelkijkhut gaan we naar de parking van het Muisbroek en dan langs de dijk helemaal terug naar de parking in de Vierkerkenstraat waar de auto's staan. Het was een geslaagde namiddag, het weer was goed, iedereen heeft bijgeleerd, en ik heb wel een paar mooie foto's kunnen trekken. Morgen kom ik hier terug voor de forumuitstap. Ben eens benieuwd hoeveel volk er uiteindelijk zal zijn...

zaterdag 14 mei 2005

Azuurwaterjuffer (Coenagrion puella)

Deze voormiddag heb ik mijn eerste libel van 2005 gezien. Het was, zoals je in de titel al kon lezen, een Azuurwaterjuffer, een mannetje waarvan het borststuk nog niet uitgekleurd was. De tekening op de verschillende segmenten van het achterlijf waren wel duidelijk genoeg om een juiste determinatie te doen.

Ik zag dit beestje vliegen in de Ecotuin van Schoten tijdens de vijfde excursie van de Natuur-in-Zicht cursus die ik dit voorjaar heb gevolgd. Toen het beestje in het gras ging zitten, kon ik het mooi in beeld nemen en nadat ik nog enkele foto's van genomen had, konden enkele andere cursisten het beestje ook eens bekijken. Als ik bij het verlaten van de Ecotuin nog even langs de vijver van de Ecotuin liep, op zoek naar nog meer libellen, zag ik nog twee gelijkaardige exemplaren, waarschijnlijk ook Azuurwaterjuffer.

Ik was vóór de excursie al eens gaan kijken bij de plas in het Wijtschot, maar daar had ik geen enkele libel gezien.

Natuur-in-Zicht (5): Alles hangt samen (excursie)

Vandaag was de excursie in en om het Wijtschot in Schoten. Dat is voor mij zeker geen onbekend terrein. Ik was thuis al iets vroeger doorgereden, zodat ik eerst nog even een kijkje kon gaan nemen bij de waterplas in het Wijtschot. Het is half mei, dus er zouden al libellen kunnen zijn, maar ik heb er geen enkele gezien. Dan maar terug naar de 4 Notelaars, waar we hadden afgesproken om te starten met de excursie. Eerst wandelden we naar de Schotenvaart, om te ontdekken wat er allemaal in de bermen staat: Weegbree, Heermoes, ... We gingen tot aan het sas en dan langs de Sluizenstraat tot in de VELT-tuintjes. VELT is de afkorting van Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze. In deze tuintjes verbouwen de leden van VELT op een ecologische/biologische manier groenten en fruit. Kris Beerlandt was onze gids en gaf uitleg bij de tuintjes en bij de compostbakken.

We staken door naar de Ecotuin, een mooi stukje natuur, in 1997 aangelegd door de gemeente Schoten, bedoeld voor educatie. We bekeken de bloempjes van de meidoorn en zagen de 3 gelijktijdige stadia van de sporkenhout (bloempjes, vruchten én zaadjes). Even verderop zag ik mijn eerste libel van dit jaar, een Azuurwaterjuffer (Coenagrion puella). We werden in groepjes opgedeeld en bekeken met 4 paar ogen de natuur om ons heen: een schuimbeestje op een weegbree, een waterjuffer, een bloedcicade, ... en met 4 paar oren hoorden we zingen: een merel, een kraai, een tjiftjaf, een meeuw, een haan :-).

En dan gingen we naar het Wijtschot, eerst door het Reeënbos, langs de zwarte elzen met de elzenhaantjes, we vingen nog een oranjetipje, deden een uitgebreide studie van de brem, hoorden de nachtegaal (en ik heb hem op foto, nog afwachten wat het resultaat is...), leerden het verschil tussen de gewone koekoeksbloem, de dagkoekoeksbloem en de nachtkoekoeksbloem, ... en dan was het weeral tijd om huiswaarts te keren.

Weeral wat bijgeleerd...

donderdag 12 mei 2005

Natuur-in-Zicht (5): Alles hangt samen (theorie)

Gisteren was de laatste theorieles van de Natuur-in-Zicht cursus. Deze les werd gegeven door Kris Beerlandt, zij is al meer dan 12 jaar natuurgids en schrijft regelmatig artikels over de ecologische (sier)tuin in Natuur.Ruimte, het ledenblad van Natuurpunt Antwerpen Noord. Kris begon de les met een verhaal, wat ze enkele maanden geleden in de krant had gelezen: in Yellowstone National Park was men blij, want er stonden terug enkele bomen. Speciale bomen? Nee, gewone bomen, zoals eiken en wilgen. Deze bomen zijn er maar gekomen omdat men "iets" gedaan heeft in Yellowstone. Men heeft er nl. 10 wolven uitgezet. Deze roofdieren jagen op de grazers, zoals elanden en herten. Grazers die alles kaal vreten en graag een jong boompje lusten. De wolven hadden nog een andere invloed, want daardoor voelden de grazers zich minder op hun gemak en aten ze ook minder. Samengevat: terug wolven -> minder grazers -> jonge boompjes kunnen uitgroeien -> meer insekten -> meer vogels -> ... -> meer natuur. Zo zie je maar dat alles samenhangt.

We spraken over de invloed van de mens op de natuur, hoe ook wij ons steentje kunnen bijdragen aan een "betere" natuur, hoe wij zelf aan natuurbeheer kunnen doen. Alles hangt samen: het landschap, de kleine landschapselementen (allemaal kleine biotopen en biotoopjes), de dieren, de planten, kortom alles wat we in de vorige lessen gezien hebben, wordt hier gecombineerd. Termen als voedselweb en voedselpiramide kwamen meermaals aan bod. Ook werd er nog iets gezegd van "exoten": dieren of planten die een bepaalde biotoop inpalmen en de lokale soorten verdringen (omdat ze beter bestand zijn tegen het weer en/of ziektes, omdat ze zich sneller voortplanten). Enkele gekende voorbeelden uit onze omgeving: de Amerikaanse vogelkers (ook wel bospest genoemd), de Japanse duizendknoop en het Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje.

Kortom, het was weer een uiterst interessante les.

maandag 9 mei 2005

Natuur-in-Zicht (4): Kleine landschapselementen (theorie)

Ook wel KLE's genoemd. Deze les werd gegeven door Ann Hoefnagels, die ook al enkele jaren natuurgids is en ook op het secretariaat van Natuurpunt Antwerpen Noord werkt. Waar we de vorige les landschappen gezien hebben, en besproken op grote kenmerken, verschillen in bodemstructuur, verschillen in begroeiing, werd er in deze les gesproken over de kleinere, maar zeker niet minder belangrijke, elementen in het landschap. Enkele voorbeelden: een houtwal, een haag van meidoornstruiken, een weide met een poel erin, populieren langs het water, ...

We kregen ook enkele doe-opdrachten. Zo moesten we aanduiden hoe natuurlijk onze tuin is. Hoe ziet de gazon eruit? Is er veel beton en stenen? Is de tuin aangelegd, of eerder "wild" te noemen?

Dit artikel kan ik nu pas schrijven, omdat ik kort na de les van afgelopen woensdag naar Leuven ben vertrokken en dan van donderdag tot zondagavond naar de Vogezen op vakantie ben geweest...